IPILIMUMABLaatste bijwerking : 2024.10.15 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
check III | neen II | neen II | neen II | neen II | check II | |
3 weken | geen info | 3 weken |
Zowel humane als dierexperimentele gegevens wijzen op de mogelijkheid van ernstige complicaties voor moeder en kind tijdens zwangerschap. Beperkte passage via moedermelk en lage gastro-intestinale absorptie maken invloed op de zuigeling minder waarschijnlijk bij borstvoeding. Niettemin raden sommige bronnen een wachttijd aan (3 weken).
Er zijn geen studies voor het evalueren van het effect van ipilimumab op de vruchtbaarheid uitgevoerd. Amenorree wordt soms gemeld (= bij meer dan 1 op 1000, maar minder dan 1 op 100 patiënten) [SmPC Yervoy 08 2024 EMA].
Gougis et al. (2024) deden een retrospectief cohorte onderzoek naar de risico’s verbonden aan immuuncheckpoint inhibitoren en maakten hiervoor gebruik van Vigibase, een gegevensbank van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO). Bij zwangere patiënten die behandeld werden met immuuncheckpoint inhibitoren (n=91) traden minder complicaties op, vergeleken met zwangere patiënten voor wie andere antitumorale middelen werden gebruikt (n=3467): relatief risico 0.44 (95% betrouwbaarheidsinterval 0.21-0.91). Het ging over vertraagde uteriene groei, pre-eclampsie en zwangerschapshypertensie. De auteurs specifiëren niet tijdens welke periode van de zwangerschap de geneesmiddelen werden gebruikt (Gougis et al. 2024).
Er wordt een geval gemeld van gecombineerde behandeling nivolumab + ipilimumab voor melanoma. Er trad vertraagde intra-uteriene groei op, vroegtijdige bevalling en voorbijgaande congenitale hypothyroïdie. Een tweede patiënte werd met nivolumab + ipilimumab behandeld voor melanoma. Er werden geen complicaties gemeld tijdens de zwangerschap. Wel werd melding gemaakt van complicaties bij de veel te vroeg geboren baby: retinopathie, hersenbloeding, respiratoire problemen ten gevolge van onrijpe longen en ontwikkelingsstoornissen.
Er zijn geen gegevens over het gebruik van ipilimumab bij zwangere vrouwen. Humaan IgG1 passeert de placenta. Het mogelijke risico van de behandeling voor de foetus in ontwikkeling is onbekend. Ipilimumab is niet aanbevolen tijdens de zwangerschap of bij vruchtbare vrouwen die geen doeltreffende anticonceptie toepassen, tenzij het klinisch voordeel opweegt tegen het mogelijke risico [SmPC Yervoy 09 2024 EMA].
Dierexperimenteel:De effecten van ipilimumab op prenatale en postnatale ontwikkeling zijn onderzocht in een studie bij cynomolgus-apen. Zwangere apen kregen elke 3 weken ipilimumab toegediend vanaf het begin van organogenese in het eerste trimester tot aan de bevalling, bij blootstellingsspiegels die gelijk of hoger waren vergeleken met de klinische dosering van 3 mg/kg ipilimumab. Er werden geen bijwerkingen op reproductie gerelateerd aan de behandeling waargenomen gedurende de eerste twee trimesters van de zwangerschap. Vanaf het derde trimester ondervonden beide ipilimumab-groepen een hogere incidentie van abortus, doodgeboorte, premature bevalling (met corresponderend lager geboortegewicht), en zuigelingsterfte vergeleken met dieren uit de controlegroep; deze bevindingen waren dosisafhankelijk (zie derde trimester) [SmPC 08 2024 Yervoy EMA].
Tweede trimester:De kans op penetratie via de placenta neemt toe na het eerste trimester. Ernstige complicaties kunnen niet uitgesloten worden naarmate de zwangerschap vordert [Briggs online 09 2024].
Dierexperimenteel:Zie eerste trimester.
Zie tweede trimester.
Dierexperimenteel:De effecten van ipilimumab op prenatale en postnatale ontwikkeling zijn onderzocht in een studie bij cynomolgus-apen. Zwangere apen kregen elke 3 weken ipilimumab toegediend vanaf het begin van organogenese in het eerste trimester tot aan de bevalling, bij blootstellingsspiegels (AUC) die gelijk of hoger waren vergeleken met de klinische dosering van 3 mg/kg ipilimumab. Er werden geen bijwerkingen op reproductie gerelateerd aan de behandeling waargenomen gedurende de eerste twee trimesters van de zwangerschap. Vanaf het derde trimester ondervonden beide ipilimumab-groepen een hogere incidentie van abortus, doodgeboorte, premature bevalling (met corresponderend lager geboortegewicht), en zuigelingsterfte vergeleken met dieren uit de controlegroep; deze bevindingen waren dosisafhankelijk. Er werden tevens externe of viscerale ontwikkelingsafwijkingen gevonden in het urogenitale systeem bij 2 zuigelingen die in utero waren blootgesteld aan ipilimumab. Eén vrouwelijke zuigeling had unilaterale renale agenesie van de linkernier en de urineleider, en één mannelijke zuigeling had een plasbuis zonder opening met daarbij gepaard gaande urinaire obstructie en subcutaan scrotumoedeem. Het verband tussen deze malformaties en de behandeling is onduidelijk [SmPC Yervoy 08 2024 EMA].
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L4
Het is niet bekend of ipilimumab in de moedermelk wordt uitgescheiden. Uitscheiding van IgG's in de moedermelk is in het algemeen beperkt en IgG's hebben een lage orale biologische beschikbaarheid. Het is niet te verwachten dat er significante systemische blootstelling van het kind is en er worden geen effecten op de borstgevoede baby’s of kinderen voorzien [SmPC Yervoy 08 2024 EMA].
Er is één geval gemeld van een patiënte behandeld met ipilimumab met een interval van 3 weken. Er werden 4 doses toegediend in totaal. Er werden stijgende concentraties teruggevonden in de moedermelk over een periode van 5 dagen. Piek- en dalconcentraties bedroegen respectievelijk 147 ng/ml en 41 ng/ml. Uit de gemiddelde concentraties in melk werd een blootstelling per dag berekend van 53.481 ng voor de baby. Over een periode van 84 dagen betekende dat een dosis van 4,5 mg. In geval van borstvoeding tijdens een therapie met ipilimumab, moeten volgende symptomen opgevolgd worden bij zuigelingen: koorts, infecties, gebrek aan eetlust en te trage toename in gewicht. Op basis van klinische symptomen moet hematologisch onderzoek uitgevoerd worden, evenals controle van de schildklier- en leverfunctie [Hale ][LACTMED 09 2024].
De fabrikant raadt een wachttijd aan van 3 weken [LACTMED 09 2024].
Dierexperimenteel:Ipilimumab is gevonden in een erg lage concentratie in melk van cynomolgus apen die behandeld werden tijdens de zwangerschap [SmPC Yervoy 08 2024 EMA].
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke humane en dierexperimentele gegevens beschikbaar.
Tot nog toe zijn er geen meldingen van beïnvloeding van de vruchtbaarheid.
Geen specifieke humane en dierexperimentele gegevens beschikbaar. Tot nog toe wordt niet over beïnvloeding van de vruchtbaarheid gerapporteerd.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikba
Geen specifieke informatie beschikbaar.