RISDIPLAMLaatste bijwerking : 2022.07.15 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
check II | check III | check III | check III | check III | check III | |
geen info | geen info | geen info |
Er zijn geen gegevens over de veiligheid tijdens zwangerschap. Complicaties werden gezien in dierexperimenteel onderzoek. Er is geen ervaring met blootgestelde zuigelingen jonger dan 2 maanden.
Op basis van niet-klinische gegevens wordt niet verwacht dat risdiplam de vruchtbaarheid van de vrouw beïnvloedt [SKP Evrysdi 03 2021].
Er werden geen effecten gezien op de vrouwelijke geslachtsorganen van ratten en apen na behandeling met risdiplam [SKP Evrysdi 03 2021].
Vrouwelijke patiënten die zwanger kunnen worden, moeten zeer effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling en gedurende ten minste 1 maand na de laatste dosis [SKP Evrysdi 03 2021].
Er zijn geen gegevens over het gebruik van risdiplam bij zwangere vrouwen. Dieronderzoek heeft reproductietoxiciteit aangetoond [SKP Evrysdi 03 2021]. Het moleculair gewicht van 401,5 laat penetratie doorheen de placenta vermoeden [NVDR].
Dierexperimenteel:Onderzoeken met drachtige en zogende ratten toonden aan dat risdiplam de placentabarrière passeert [SKP Evrysdi 03 2021].
In onderzoeken met drachtige ratten die behandeld werden met risdiplam was duidelijk sprake van embryo-foetale toxiciteit met een lager foetaal gewicht en vertraagde ontwikkeling. Het NOAEL voor dit effect lag ongeveer 2 keer hoger dan de blootstellingsniveaus die bereikt werden bij de therapeutische dosis risdiplam bij patiënten. Tijdens onderzoeken met drachtige konijnen werden dysmorfogene effecten gezien bij blootstellingen die ook gepaard gaan met maternale toxiciteit. Dit waren vier foetussen (4%) uit 4 worpen (22%) met hydrocefalie. Het NOAEL lag ongeveer 4 keer hoger dan de blootstellingsniveaus die bereikt werden bij de therapeutische dosis risdiplam bij patiënten [SKP Evrysdi 03 2021].
Tweede trimester:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Tijdens een pre- en postnataal ontwikkelingsonderzoek met ratten die dagelijks met risdiplam werden behandeld, zorgde risdiplam voor een lichte verlenging van de zwangerschapsduur [SKP Evrysdi 03 2021].
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L?
Het is niet bekend of risdiplam bij de mens in de moedermelk wordt uitgescheiden. Omdat de mogelijke schade voor kinderen die borstvoeding krijgen niet bekend is, wordt aanbevolen tijdens de behandeling geen borstvoeding te geven. De bijsluiter geeft de posologie vanaf 2 maanden. Er is geen ervaring met jongere zuigelingen [SKP Evrysdi 03 2021].
Dierexperimenteel:Uit onderzoek met ratten blijkt dat risdiplam wordt uitgescheiden in de moedermelk [SKP Evrysdi 03 2021].
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
check III | check III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Complicaties werden gezien in dierexperimenteel onderzoek.
Uit niet-klinische gegevens blijkt dat de vruchtbaarheid van de man tijdens de behandeling kan zijn aangetast. Op basis van waarnemingen in dieronderzoek wordt verwacht dat de effecten op spermacellen omkeerbaar zullen zijn bij staking van risdiplam [SKP Evrysdi 03 2021].
Mannelijke patiënten kunnen overwegen hun sperma te laten invriezen voordat zij beginnen met de behandeling of na een behandelvrije periode van ten minste 4 maanden. Mannelijke patiënten die een kind willen verwekken, moeten gedurende minimaal 4 maanden stoppen met de behandeling. Na de conceptie kan de behandeling opnieuw worden gestart [SKP Evrysdi 03 2021].
Dierexperimenteel:De behandeling met risdiplam werd geassocieerd met stopzetting van de spermatogenese bij ratten en apen, zonder veiligheidsmarges op basis van systemische blootstellingen bij het no observed adverse effect level (NOAEL). Deze effecten leidden tot gedegenereerde spermatocyten, degeneratie/necrose van het seminifere epitheel en oligo-/aspermie van de epididymis. De effecten van risdiplam op spermacellen houden waarschijnlijk verband met een interferentie van risdiplam met de celcyclus van delende cellen, die stadiumspecifiek is en naar verwachting omkeerbaar [SKP Evrysdi 03 2021].
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma. Het relatieve lage distributievolume laat weinig penetratie in het sperma vermoeden [NVDR].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
SKP
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.