DILTIAZEMLaatste bijwerking : 2022.07.18 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal, parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | check II | check II | check II | check II | check II | |
geen info | geen info | geen info |
Er is te weinig humane informatie om veilig gebruik te waarborgen.
Voor borstvoeding wordt bovendien rekening gehouden met het farmacologisch profiel van diltiazem.
Geen specifieke humane informatie beschikbaar.
Studies uitgevoerd bij sommige dierspecies (rat, muis, konijn) toonden een toxiciteit op de voortplanting aan [SKP Tildiem 10 2021][Briggs].
Er bestaan zeer weinig gegevens over het gebruik van diltiazem bij zwangere patiënten [SKP Tildiem 10 2021]. Gegevens van 27 pasgeborenen die gedurende het eerste trimester aan diltiazem werden blootgesteld, wijzen op meer afwijkingen (4 gevallen tegen 1 verwacht) waarvan 2 cardiovasculair defecten. Geen enkele afwijking werd vastgesteld in 5 verschillende type-afwijkingen waarvoor gegevens beschikbaar zijn gespleten verhemelte, open rug, polydactylie, verkorte ledematen en hypospadie. Het aantal gedocumenteerde gevallen is echter te klein om een associatie te suggereren [Michigan Medicaid study, Briggs]. Geen verhoogd risico op misvormingen werd gezien in een prospectieve cohortstudie met 78 zwangere vrouwen die tijdens het eerste trimester met een calcium-antagonist (waaronder 13% met diltiazem) werden behandeld [Briggs].
Dierexperimenteel:Studies uitgevoerd bij sommige dierspecies (rat, muis, konijn) toonden een toxiciteit op de voortplanting en skeletafwijkingen aan [SKP Tildiem 10 2021][Briggs].
Tweede trimester:Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Diltiazem werd gebruikt als tocolyticum. In een prospectieve gerandomiseerde studie werd diltiazem (n=22) en nifedipine (n=23) met elkaar vergeleken. Geen verschil bij de geboortes of in effecten bij de moeder werd gezien [Briggs].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L3
Diltiazem wordt in lage concentraties uitgescheiden in de moedermelk [SKP Tildiem 10 2021]. Piekconcentraties van diltiazem in het moederserum en in de moedermelk zijn gelijklopend. Er worden gegevens gerapporteerd over één patiënt waarbij de concentraties in melk piekten na 8 uur. Symptomen bij de zuigeling te controleren: lethargie, bleekheid en gebrek aan eetlust [Briggs].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Beperkte humane informatie beschikbaar. Er werd melding gemaakt van reversiebele beïnvloeding van de functionaliteit van spermatozoïden door Ca-antagonisten in het algemeen.
Bij een aantal patiënten die behandeld werden met calciumkanaalblokkers zijn reversibele biochemische veranderingen in de kopjes van spermatozoa gerapporteerd (zie "Klasse-tekst").
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Gegevens over het gebruik van calciumantagonisten tijdens honderden zwangerschappen wijzen tot nu toe niet op een verhoogd risico op nadelige effecten of teratogeniciteit voor de foetus of pasgeborene.
Volgens LAREB zijn de gegevens over Ca-antagonisten beperkt, vooral tijdens het eerste trimester. Tot nog toe werd geen verhoogde incidentie van geboorte afwijkingen vastgesteld. Als een calciumblokker nodig is, dan gaat de voorkeur uit naar verapamil en nifedipine [LAREB 06 2022].
LECRAT geeft dezelfde boodschap voor Ca-antagonisten: beperkte ervaring, maar geen verhoogde incidentie van geboorte afwijkingen. Indien Ca-antagonisten nodig zijn geeft LECRAT naast nifedipine (1ste keuze) ook nicardipine (2de keuze) aan [LECRAT 06 2022].
In tegenstelling met dierexperimentele gegevens, is er geen evidentie voor verminderde uteroplacentaire doorbloeding. Meer misvallen en vroeggeboorten werden vastgesteld, alsook laag geboortegewicht. Deze effecten worden eerder in verband gebracht met complicaties bij zwangeren en waarvoor Ca-antagonisten worden ingezet (hypertensie). Vooral nifedipine wordt gebruikt als tocolyticum, met de bedoeling vroegtijdige arbeid uit te stellen [Schaefer 2015].
Vermindering van mannelijke fertiliteit is beschreven bij gebruik van sommige calciumkanaalblokkers (reversibel). In enkele gevallen van in-vitro fertilisatie werden calciumantagonisten geassocieerd met reversibele biochemische veranderingen in de kop van de spermatozoïde, wat kan resulteren in een verzwakte functie van het sperma. Bij deze mannen waarbij herhaaldelijk geen bevruchting werd waargenomen en waarbij geen andere verklaring kan worden gevonden, kunnen calciumantagonisten worden beschouwd als een mogelijke reden (bron : SKP Ca-antagonisten).
Geen specifieke informatie beschikbaar.