HALOPERIDOLLaatste bijwerking : 2018.7.14 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal, parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) I | (ja) I | check II | check II | check II | |
geen info | geen info | geen info |
Vermoedelijk is het gebruik van haloperidol veilig tijdens zwangerschap, er blijft echter een factor van onzekerheid wegens gebruik van combinaties. Voor het 3de trimester en de perinatale periode geldt een klasse-effect.
Geen humane gegevens over borstvoeding.
Haloperidol verhoogt de prolactinespiegel. Hyperprolactinemie kan hypothalamisch GnRH onderdrukken, resulterend in een verminderde afgifte van gonadotrofinen uit de hypofyse. Dit kan de reproductieve functie remmen door verstoring van de gonadale steroidogenese bij zowel vrouwelijke als mannelijke patiënten [SKP Haldol 06 2017].
Een matige hoeveelheid gegevens over zwangere vrouwen (meer dan 400 zwangerschapsuitkomsten) duidt erop dat haloperidol niet misvormend of foetaal/neonataal toxisch is. Echter, er zijn geïsoleerde gevallen gemeld van geboorteafwijkingen na foetale blootstelling aan haloperidol, meestal in combinatie met andere geneesmiddelen [SKP Haldol 06 2017].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Tweede trimester:Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Pasgeborenen die tijdens het derde trimester van de zwangerschap zijn blootgesteld aan antipsychotica (waaronder haloperidol) hebben risico op bijwerkingen na de bevalling waaronder extrapiramidale symptomen en/of onttrekkingsverschijnselen die in ernst en in duur kunnen variëren. Er zijn meldingen van agitatie, hypertonie, hypotonie, tremor, slaperigheid, ademnood of voedingsstoornis. Daarom wordt aanbevolen pasgeboren zuigelingen nauwlettend te monitoren [SKP Haldol 06 2017]. Omwille van deze mogelijke complicaties is het gebruik van depotpreparaten tijdens het 3de trimester niet aangewezen.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Zie derde trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L3
Haloperidol wordt uitgescheiden in de moedermelk. Kleine hoeveelheden haloperidol zijn aangetoond in het plasma en de urine van met moedermelk gevoede pasgeborenen van moeders die behandeld zijn met haloperidol. Er is onvoldoende informatie over de effecten van haloperidol bij met moedermelk gevoede zuigelingen [SKP Haldol 06 2017].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Humane gegevens wijzen op mogelijke verlaging vruchtbaarheid bij mannen.
Humane gegevens wijzen op mogelijke verlaging vruchtbaarheid bij mannen [SKP Haldol 06 2017].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
KLASSETEKST Antipsychotica
Preconceptie
Het is mogelijk dat vrouwen met schizofrenie en affectieve stoornissen meer kans lopen op complicaties tijdens zwangerschap, waaronder verminderde vruchtbaarheid. Ook typische antipsychotica zouden de fertiliteit verlagen. Dat zou niet het geval zijn met atypische antipsychotica. Het effect wordt onder ander in verband gebracht met beïnvloeding van prolactineproductie [1].
Behandeling
Hierbij enkele principes gebaseerd op de NICE richtlijnen (2014) [3] :
* Antipsychotische medicatie gestart vóór de zwangerschap moet verdergezet worden tijdens de zwangerschap indien er een risico bestaat op herval zonder medicatie.
* Het meten van prolactine is nuttig bij medicatie die prolactine kan verhogen (typische antipsychotica). Bij voorkeur worden atypische antipsychotica gebruikt.
* Indien mogelijk kan psychotherapie in overweging genomen worden in plaats van medicatie of als ondersteunende maatregel bij medicatie.
* Medicatie is nodig bij het ontwikkelen van manie/psychose.
* Antipsychotica zijn aangewezen bij bipolaire stoornissen wanneer tijdens zwangerschap Lithium wordt gestopt of wanneer borstvoeding wordt gepland.
* Borstvoeding: observatie van de zuigeling is nodig om ongewenste effecten te detecteren en de therapie desgewenst aan te passen.
Diabetes
Er bestaat een verhoogde kans op zwangerschapsdiabetes bij het voortzetten van antipsychotica tijdens zwangerschap. Er zijn vergelijkende gegevens qua incidentie voor atypische antipsychotica, tussen zwangeren bij wie de therapie werd verdergezet en deze waarbij de therapie werd gestopt [2] :
-Aripiprazol: 4,8% (verderzetten) versus 4,5% (stoppen). OR=0,82 (95% BI 0,50-1,33)
-Quetiapine: 7,1% (verderzetten) versus 4,1% (stoppen). OR=1,28 (95% BI 1,01-1,62)
-Risperidon: 6,4% (verderzetten) versus 4,1% (stoppen). OR=1,09 (95% BI 0,70-1,70)
-Olanzapine: 12,0% (verderzetten) versus 4,7% (stoppen). OR=1,61 (95% BI 1,13-2,29). Bij olanzapine treedt een dosis-effect relatie op.
Bronnen
[1] Mc Cauley-Elsom et al. Antipsychotics in pregnancy. Journal of Psychiatric and Mental Health Nursing, 2010, 17, 97–104.
[2] Park Y. et al. Continuation of Atypical Antipsychotic Medication During Early Pregnancy and the Risk of Gestational Diabetes. AmJ Psychiatry 2018; 175:564–574.
[3] Poo SXW, Agius M. Atypical antipsychotics for schizophrenia and/or bipolar disorder in pregnancy: current recommendations and updates in the nice guidelines. Psychiatria Danubina, 2015; Vol. 27, Suppl. 1, pp 255-260
Geen specifieke informatie beschikbaar.