CLONIDINE HClLaatste bijwerking : 2024.08.06 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal, parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | check II | check II | check II | check II | check II | |
geen info | geen info | geen info |
Op basis van beperkte humane gegevens tijdens zwangerschap en overgang van clonidine in moedermelk, kunnen complicaties voor de foetus en de zuigeling niet uitgesloten worden.
Klinische gegevens over de vruchtbaarheid zijn niet beschikbaar voor clonidine [SKP Catapressan 04 2022].
In preklinisch onderzoek met clonidine werden geen directe of indirecte schadelijke effecten op de vruchtbaarheid waargenomen [SKP Catapressan 04 2022].
Er zijn gegevens van 59 pasgeborenen blootgesteld aan clonidine tijdens het eerste trimester. 3 gevallen met ernstige afwijkingen werd gezien, tegen 3 verwacht, waaronder 2 cardiovasculaire afwijkingen (0.6 gevallen verwacht). Geen enkele afwijking werd vastgesteld in 5 verschillende type-afwijkingen waarvoor gegevens beschikbaar zijn : gespleten verhemelte, open rug, polydactylie, verkorte ledematen en hypospadie (Michigan Medicaid Study) [Briggs].
Clonidine passeert de placenta en kan de hartslag van de foetus vertragen. Er is geen adequate ervaring op het gebied van de effecten op lange termijn van prenatale blootstelling. We kunnen een voorbijgaande stijging van de bloeddruk bij de pasgeborene echter niet uitsluiten. Tijdens de zwangerschap wordt clonidine bij voorkeur oraal toegediend. Intraveneuze toediening moet worden vermeden [SKP Catapressan 04 2022].
Er zijn meer dan 200 zwangerschappen beschreven waarbij de foetus blootgesteld werd aan clonidine in utero, zonder ernstige complicaties. De periode van blootstelling wordt jammer genoeg niet vermeld. Het zou hoofdzakelijk gaan over blootstellingen tijdens het 3de trimester [Schaefer 2015].
LAREB maakt melding van minder dan 40 blootstellingen tijdens het eerste trimester, zonder rapportering van aangeboren afwijkingen [LAREB 08 2024].
Dierexperimenteel:Dierproeven hebben geen directe of indirecte schadelijke effecten op de voortplanting aan het licht gebracht [SKP Catapressan 04 2022].
Tweede trimester:In een studie worden 66 vrouwen beschreven die behandeld werden met clonidine. De behandeling werd geïnitieerd na de 16de week. Er worden geen verdere gegevens vermeld in verband met de uitkomsten. Clonidine wordt in ieder geval niet meer aanzien als een eerste keuze geneesmiddel bij zwangerschapshypertensie [Schaefer 2015].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Zie eerste en tweede trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Er is geen adequate ervaring op het gebied van de effecten op lange termijn van prenatale blootstelling. We kunnen een voorbijgaande stijging van de bloeddruk bij de pasgeborene echter niet uitsluiten. Dit verschijnsel wordt uitgelegd als een onttrekkingsfenomeen. Tijdens de zwangerschap wordt clonidine bij voorkeur oraal toegediend. Intraveneuze toediening moet worden vermeden [SKP Catapressan 04 2022][Schaefer, 2015].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L3
Clonidine wordt uitgescheiden in de moedermelk. Er zijn echter niet voldoende gegevens over het effect op de pasgeborene [SKP Catapressan 04 2022].
Wanneer borstvoeding wordt gegeven tijdens een therapie met clonidine worden hoge plasmaspiegels bij de zuigeling vastgesteld (tot dubbel zo hoog als de plasmawaarden in de moeder en gemiddeld 50% bij continue therapie van de moeder). De relatieve inname door het kind via moedermelk wordt geschat tussen 4,1 tot 8,4%. Uit een 10-tal rapporten van borstvoeding tijdens therapie met clonidine werden geen ongewenste effecten op het kind gerapporteerd zoals droge mond en sedatie. Er wordt wel melding gemaakt van een geval van slaperigheid, hypotonie en Er wordt wel melding gemaakt van een geval van slaperigheid, hypotonie en veralgemeende convulsies. De toestand normaliseerde nadat de moeder gestopt was met de inname van clonidine. Clonidine is geen eerste keuze wanneer combinatie met borstvoeding gewenst is [LACTMED 08 2024][Hale].
Moedermelkconcentraties van vrouwen die 0.300-0.450 mg/dag namen waren 0.8 to 2.8 ng/mL met plasma concentraties tussen 0.4 en 1.5 ng/mL. Geen relatieve en absolute kinddosis werd berekend [Boutroy 1988].
Moedermelkconcentraties waren ongeveer twee keer, en serum concentraties van de pasgeborene ongeveer de helft van de serumconcentraties van de moeder. Dosis, serum- en melkconcentraties, absolute en relatieve kinddosissen werden niet gerapporteerd. Er werden wel 2 pasgeborenen gerapporteerd met hypoglycemie, 1 met asymtomatiscje hypotensie, 2 met apathie syndroom, 1 met transiente eetproblemen en 1 met hyperecxcitabiliteit. Dit was echter niet statische significant. Het was ook niet duidelijk of deze symptomen een resultaat waren van de blootstelling tijdens de zwangerschap of borstvoeding [Hartikanen-Sorrj 1987].
Er werd een case gerapporteerd met een pasgeborene die borstvoeding kreeg van een moeder die een dagelijkse dosis clonidine nam van 0.15 mg voor hypertensie, en die een deficit vertoonde van het bewustzijn met slaperigheid, hypotonie en vermoedelijk gegeneraliseerde seizures 2 dagen postpartum en progressief centrale apnoe vanaf de 5e dag postpartum. Na stopzetting van de borstvoeding stopten de symptomen. Er was geen absolute of relatieve kinddosis gerapporteerd [Sevrez 2014].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
check III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke gegevens beschikbaar. Erectiestoornissen worden als ongewenst effect vermeld.
Geen specifieke informatie beschikbaar. Erectiestoornissen worden als ongewenst effect vermeld bij meer dan 1 op 100 patiënten [SKP Catapressan 04 2022].
Dierexperimenteel:In preklinisch onderzoek met clonidine werden geen directe of indirecte schadelijke effecten op de vruchtbaarheid waargenomen [SKP Catapressan 04 2022].
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
SKP
Hale, Medications and Mothers´Milk, 19th Edition, 2021
Briggs G, Freeman R, Yaffe S.Drugs in Pregnancy and Lactation, 12th edition, Philadelphia 2021
[Lareb] : Bijwerkingencentrum Lareb https://www.lareb.nl
[LactMed] : https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK501628/
Boutroy MJ, Gisonna CR, Legagneur M. Clonidine: placental transfer and neonatal adaption. Early Hum Dev. 1988;17(2-3):275-286
Hartikainen-Sorri AL, Heikkinen JE, Koivisto M. Pharmacokinetics of clonidine during pregnancy and nursing. Obstet Gynecol. 1987;69(4):598-600
Sevrez C, Lavocat MP, Mounier G, et al. Intoxication transplacentaire ou par lait maternel à la clonidine : un cas de somnolence et d'hypotonie néonatale [Transplacental or breast milk intoxication to clonidine: a case of neonatal hypotonia and drowsiness]. Arch Pediatr. 2014;21(2):198-200. doi:10.1016/j.arcped.2013.11.004
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.