RIPRETINIBLaatste bijwerking : 2025.08.02 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
check II | check II | check II | check II | check II | check III | |
1 weken | geen info | 1 weken |
Er zijn onvoldoende humane gegevens voor veilig gebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding. Er is een wachttijd (1 week).
Er zijn geen gegevens over het effect van ripretinib op de vruchtbaarheid bij de mens. Op basis van de bevindingen van onderzoek bij dieren kan de vrouwelijke vruchtbaarheid worden aangetast door behandeling met ripretinib [SmPC Qinlock 07 2025 EMA].
Vrouwen die zwanger kunnen moeten worden geïnformeerd dat ripretinib schade aan de foetus kan veroorzaken en moeten zorgen voor effectieve anticonceptie tijdens de behandeling en gedurende ten minste 1 week na de laatste dosis [SmPC Qinlock 07 2025 EMA].
Er zijn geen gegevens over het gebruik van ripretinib bij zwangere vrouwen. Op basis van het werkingsmechanisme (zie hieronder) wordt vermoed dat ripretinib schade aan de foetus veroorzaakt wanneer het tijdens de zwangerschap wordt toegediend [SmPC Qinlock 07 2025 EMA].
Ripretinib is een nieuwe tyrosinekinaseremmer die onder andere proto-oncogene receptortyrosinekinase remt [SmPC Qinlock 07 2025 EMA].
De beperkte patiëntenpopulatie in klinische studies is niet geschikt voor vaststellingen over vruchtbaarheid, zwangerschap of borstvoeding (n=85; mediane leeftijd van 60 jaar (29 tot 83 jaar) [SmPC Qinlock 07 2025 EMA].
Dierexperimenteel:Uit dieronderzoek is reproductietoxiciteit gebleken. In een hoofdonderzoek naar de embryofoetale ontwikkeling was ripretinib teratogeen bij ratten, wat leidde tot dosisafhankelijke misvormingen die voornamelijk verband hielden met het viscerale en het skeletale systeem bij een maternale dosis van 20 mg/kg/dag (ongeveer 1,0 keer de blootstelling bij mensen bij 150 mg eenmaal daags). Bovendien werden bij 5 mg/kg/dag al skeletafwijkingen waargenomen. Het NOAEL voor ontwikkelingseffecten voor ripretinib werd daarom vastgesteld op 1 mg/kg/dag (ongeveer 0,02 keer de blootstelling bij mensen bij 150 mg eenmaal daags) [SmPC Qinlock 07 2025 EMA].
Tweede trimester:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L?
Het is niet bekend of ripretinib/metabolieten in de moedermelk wordt/worden uitgescheiden. Risico voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten. De bijsluiter raadt aan borstvoeding pas te beginnen één week na de laatste dosis ripretinib [SmPC Qinlock 07 2025 EMA].
Enerzijds maakt de hoge eiwitbinding (> 99%) uitscheiding via de moedermelk minder waarschijnlijk, anderzijds is er wel de relatief lange eliminatie halfwaardetijd. LACTMED beveelt ook een wachttijd van één week aan [LACTMED 07 2025].
Dierexperimenteel:
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
check III | check III | |||||
1 weken | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Op basis van dierexperimenteel onderzoek is beïnvloeding van vruchtbaarheid mogelijk. Er is een wachhtijd (1 week).
Mannen met vrouwelijke partners die zwanger kunnen worden, moeten worden geïnformeerd dat ripretinib schade aan de foetus kan veroorzaken en moeten zorgen voor effectieve anticonceptie tijdens de behandeling en gedurende ten minste 1 week na de laatste dosis [SmPC Qinlock 07 2025 EMA].
Dierexperimenteel:In een onderzoek naar toxiciteit bij herhaalde dosering gedurende 13 weken bij mannetjesratten waren er bevindingen die wezen op degeneratie in het seminifere epitheel van de testes en celdebris van de epididymis bij mannetjes die 30 of 300 mg/kg/dag toegediend kregen, maar deze werden alleen bij een dosis van 300 mg/kg/dag (ongeveer 1,4 keer de blootstelling bij mensen bij 150 mg eenmaal daags) ernstig genoeg geacht om van invloed te kunnen zijn op de voortplanting [SmPC Qinlock 07 2025 EMA].
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Er worden slechts minimale hoeveelheden uitgescheiden via het urogenitaal stelsel [SmPC Qinlock 07 2025 EMA].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
SmPC
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.