ERYTHROMYCINELaatste bijwerking : 2025.05.28 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal, parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) I | (ja) I | (ja) I | (ja) I | (ja) II | |
geen info | geen info | geen info |
Erythromycine peroraal toegediend wordt in de meeste rapporten als veilig beschouwd tijdens de zwangerschap. Voor intraveneuze toediening bestaat enige reserve.
Het verband tussen gebruik van erythromycine tijdens zwangerschap of borstvoeding en hypertrofische pylorusstenose bij de baby staat niet vast.
Tot nog toe werden geen complicaties gerapporteerd.
De passage van erythromycine doorheen de placenta wordt geschat op 7% (in vitro modellen) en 3% (in vivo modellen) [LECRAT 05 2025). Deze concentraties zijn niet voldoende om congenitale syfilis te vermijden [SKP Erythrocine IV 06 2024].
De beschikbare epidemiologische onderzoeken over het risico op ernstige aangeboren afwijkingen bij gebruik van macroliden, waaronder erythromycine, tijdens de zwangerschap leveren tegenstrijdige resultaten op. Enkele observationele onderzoeken met mensen hebben cardiovasculaire afwijkingen geconstateerd na blootstelling aan erytromycine-bevattende geneesmiddelen vroeg in de zwangerschap. Van erythromycine werd gemeld dat het bij de mens de placentabarrière passeert, maar de foetale plasmaspiegels zijn over het algemeen laag. Er zijn meldingen dat blootstelling van de moeder aan macrolide-antibiotica binnen 10 weken na de bevalling gepaard kan gaan met een hoger risico op infantiele hypertrofe pylorusstenose (IHPS). De veiligheid van de intraveneuze toediening tijdens de zwangerschap is niet bewezen volgens de bijsluiter [SKP Erythrocine 06 2024].
In de Michigan Medicaid study werden 6972 geborenen gedurende het eerste trimester blootgesteld aan erythromycine. Een totaal van 320 ernstige geboorteafwijkingen werd vastgesteld waarvan 297 werden verwacht. Specifieke gegevens over volgende zes defecten zijn beschikbaar cardiovasculaire defecten, gespleten verhemelte, spina bifida, polydactylie, onvolledige lidmaten en hypospadie, waarbij het vastgestelde resultaat vergeleken wordt met dat wat men verwacht. Deze gegevens tonen aan dat er geen associatie is tussen het gebruik van erythromycine (orale vormen) gedurende het eerste trimester van de zwangerschap en geboorteafwijkingen [Briggs].
Volgens LAREB zijn er meer dan 10.000 zwangerschappen gerapporteerd, waarbij geen verhoogd risico op ernstige misvormingen werd vastgesteld. Enkele studies suggereren een licht verhoogd risico op aangeboren afwijkingen, waaronder hartafwijkingen, na erythromycine gebruik door de moeder [LAREB 05 2025].
Een grootschalige Deense cohortstudie (1997-2016) kon geen associatie aantonen tussen het gebruik van macroliden gedurende het eerste trimester en majeure geboorteafwijkingen bij meer dan 13.000 zwangeren. In de studie werd de vergelijking gemaakt met gebruiksters van penicilline tijdens zwangerschap. Er werd ook gekeken naar specifieke geboorteafwijkingen. Het onderzoek had betrekking op azithromycine, clarithromycine, erythromycine en roxithromycine [1].
Uit een meta-analyse van 6 cohortstudies bleek een lichte verhoging (ongeveer x 1,5) van de kans op hypertrofische pylorusstenose bij de pasgeborenen na gebruik van macroliden door de moeder (OR = 1,47; 95% BI 1,03-2,09). De verhoging werd niet meer gezien wanneer de resultaten van deze studies samen gevoegd werden met studies die controlegroepen insloten (case-control studies): OR = 1,28; 95% BI 0,97-1,70) [3].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Tweede trimester:In The Collaborative Perinatal Project werden 230 vrouwen op eender welk moment tijdens de zwangerschap blootgesteld aan erythromycine. Geen evidentie werd aangetoond voor een mogelijk causaal verband tussen het gebruik van erythromycine (orale vormen) en misvormingen [Briggs]. Omdat de veiligheid van de intraveneuze toediening tijdens de zwangerschap niet bewezen is, mag erythromycine I.V. enkel toegediend worden in ernstige gevallen of bij infecties waarvoor andere antibiotica ondoeltreffend of tegenaangewezen zijn [SKP Erythrocine IV 06 2024].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke gegevens beschikbaar. Zie tweede trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Geen specifieke gegevens beschikbaar. Zie tweede trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke gegevens beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L3
Erythromycine gaat matig over in de moedermelk. Een Deense studie suggereert een verband tussen het gebruik van maternale erythromycine-inname tijdens de borstvoeding en het optreden van hypertrofische pylorusstenose bij pasgeborenen. Een Israëlische studie waarbij 55 met een macrolide behandelde baby’s werden vergeleken met 36 met amoxicilline behandelde baby’s kon dat niet bevestigen.
Doses van 2 g per dag gaven concentraties tussen 1,6 en 3,2 mg/L. De dosis die via de moedermelk overgaat naar de zuigeling wordt geschat op 1,4 tot 1,7%. Diarree en huiduitslag moeten opgevolgd worden bij de baby. De bijsluiter vermeldt posologieën voor zuigelingen [Hale].
LACTMED raadt aan om de zuigeling te observeren voor mogelijke effecten van erythromycine zoals diarree en anale candidiasis. Niet bevestigde epidemiologische gegevens wijzen op een mogelijk verband tussen gebruik van macrolide antibiotica door de moeder en hypertrofische pylorusstenose bij het kind. Het gaat over gebruik van macroliden en het geven van borstvoeding gedurende de twee weken na de geboorte [LACTMED 05 2025].
Volgens één studie is wel een significante verhoging van de kans op hypertrofische pylorusstenose bij de baby wanneer die wordt behandeld met macroliden: een 30x verhoogde kans werd berekend voor de eerste twee weken na de geboorte (RR = 29,8 95% BI 16,4-54,1 in de periode dag 0 tot 13 en RR= 3,24 95% BI 1,20-8,74 in de periode dag 14 tot 120) [2].
Andere auteurs bevestigen deze waarnemingen: een ongeveer 3x verhoogde kans op hypertrofische pylorusstenose bij gebruik van macroliden tot 120 dagen na de geboorte (RR = 3,17 95%BI 2,38-4,23). In dezelfde studie kon geen causaal verband worden aangetoond tussen gebruik van macroliden door de moeder en pylorusstenose bij de zuigeling (OR = 1,31 95% BI 0,42-4,1) [3].
Deze complicatie is uniek voor macroliden. Ze treedt niet op met andere antibiotica [4].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Tot nog toe werden geen problemen gerapporteerd.
Er worden tot nog toe geen complicaties gemeld.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
[Lareb] : Bijwerkingencentrum Lareb https://www.lareb.nl
[Le-crat] : CRAT - Centre de référence sur les agents tératogènes chez la femme enceinte (lecrat.fr) https://www.le-crat.fr
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.