METHYLFENIDAAT HClLaatste bijwerking : 2024.08.06 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | check II | check II | check II | check II | check II | |
geen info | geen info | geen info |
Beperkte humane gegevens over toepassing bij zwangerschap sluiten complicaties niet uit.
Over mogelijke effecten tijdens borstvoeding zijn de gegevens niet eensluidend. Indien borstvoeding wordt gegeven tijdens een therapie met methylfenidaat kan verminderde toename in gewicht optreden bij de zuigeling.
Er zijn geen gegevens bij mensen over het effect van methylfenidaat op de vruchtbaarheid [SKP Rilatine 01 2024].
Methylfenidaat bracht geen schade toe aan de vruchtbaarheid bij mannelijke of vrouwelijke muizen [SKP Rilatine 01 2024].
In een systematische review over de effecten van methylfenidaat op de vrouwelijke fertiliteit werden conflicterende resultaten gevonden [Danborg 2017].
Er zijn slechts beperkt gegevens beschikbaar over het gebruik van methylfenidaat bij zwangere vrouwen.
Bij 54 zwangerschappen blootgesteld aan methylfenidaat tijdens het eerste trimester werden geen significante congenitale afwijkingen vastgesteld in de mediane bevallingsleeftijd, geboortgewicht, aantal levend geborenen, miskramen en aborties [Wajnberg 2011].
Het gebruik van methylfenidaat werd in een Deense studie geassocieerd met een hoger risico op spontane abortie [Haervig 2017].
Dit was ook al gevonden in een andere studie met nog meer perinatale complicaties na het gebruik van psychostimulantia. [Diav Citrin 2016].
In een Amerikaanse studie was het gebruik van psychostimulantia geassocieerd met een klein verhoogd risico op vroeggeboorte [Cohen 2017].
Eén studie suggereert een stijging van cardiale malformaties met 28% (basisrisico= 10%) [Huybrechts 2017].
Een multinationale studie vond echter geen grotere prevalentie van majeure congenitale malformaties, specifiek cardiaal en van de ledematen na blootstelling aan psychostimulantia algemeen. [Bröms 2023].
Een andere studie die 1988 psychostimulant-blootgestelde zwangeren vergeleek met 1755 niet-blootgestelde controles vond geen majeure malformaties tot 6 maanden na de geboorte [Szpunar 2023].
Een andere studie matchte 222 methylfenidaat-blootgestelde zwangerschappen met 2220 niet-blootgestelde zwangerschappen en vond ook geen verhoogd risico op congenitale malformaties [Pottegård 2014].
In spontane verslagen van ziektegevallen is neonatale cardiorespiratoire toxiciteit, met name foetale tachycardie en ademnood, gemeld [SKP Rilatine 01 2024].
In de Collaborative Perinatal Project werden 11 zwangeren opgevolgd die blootgesteld waren aan methylfenidaat (periode niet gespecifieerd). Gegevens over 13 pasgeborenen die gedurende het eerste trimester aan methylfenidaat werden blootgesteld, wijzen niet op abnormaal meer afwijkingen: 1 geval tegen 1 verwacht. Het ging over een cardiovasculair defect (geen specifiek cardiovasculair defect verwacht) (Michigan Medicaid study) [Briggs].
Er is een geïsoleerd geval gemeld van microtia (blootsteling tijdens de 3de tot de 6de week: microtia = abnormaal kleine oorschelp). Complicaties en misvormingen bij de foetus worden nog gemeld, maar het ging telkens om gebruik van meerdere psychofarmaca [Briggs].
Een studie rapporteert 43 zwangerschappen van de 963 met majeure congeniale malformaties, resulterend in een absoluut risico van 4.5%, wat niet significant was [Andrade, 2018].
Dierexperimenteel:Methylfenidaat wordt niet als teratogeen beschouwd bij ratten en konijnen. Foetale toxiciteit (dat wil zeggen: overlijden van alle jongen) werd bij materneel toxische doses bij ratten opgemerkt [SKP Rilatine 01 2024].
Tweede trimester:Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :786 zwangerschappen blootgesteld aan methylfenidaat vertoonden geen belangrijk verhoogd risico voor neurologische ontwikkelingsstoornissen [Suarez 2024].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L2
Methylfenidaat is aangetroffen in de moedermelk van een vrouw die met methylfenidaat werd behandeld [SKP Rilatine 01 2024].
In een studie met 3 moeders die gemiddeld 52mg methylfenidaat /dag kregen, was de gemiddelde M/P ratio 2.8 en de gemiddelde relatieve kinddosis 0.9%. Waarschijnlijk te laag om klinisch relevant te zijn [Hale].
Er is een casusverslag van een kind dat een niet-gespecificeerde daling in het gewicht doormaakte tijdens de periode van blootstelling, maar weer herstelde en weer in gewicht toenam nadat de moeder de behandeling met methylfenidaat had gestaakt. Een risico voor de zuigeling die borstvoeding krijgt kan niet worden uitgesloten [SKP Rilatine 01 2024].
Een vrouw vertoonde 4 weken na de bevalling een moedermelkconcentratie van 7,9 ng/ml bij inname van een tablet met verlengde afgifte van 36 mg per dag, wat leidde tot een absolute kinddosis van 0,0012 mg/kg/dag en een relatieve kinddosis van 0,2% [Collin-Lévesque 2018].
De gemiddelde (95% BI) moedermelkconcentratie van 3 moeders die 35-80 mg per dag innamen, was 19 (9,2) µg/l. De berekende absolute kinddosis was 2,9 (1,4) µg/kg/dag en de relatieve kinddosis 0,7 (0,6)% [Hackett L, 2005].
De maternale serumconcentraties in vijf monsters van één vrouw die borstvoeding gaf en die chronisch een tablet van 5 mg in de ochtend en een tablet van 10 mg in de middag innam (beide met onmiddellijke afgifte) waren < 0,3, 2,3, 3,8, 1,7 en < 0,3 ng/ml. met hogere of vergelijkbare overeenkomstige BM-concentraties van < 0,3, 2,4, 5,9, 1,4 en < 0,3 ng/ml. De monsters werden vlak voor de dosis om 12.00 uur genomen, en 4, 8 en 21 uur na de dosis om 12.00 uur. De gemiddelde RID (Relative Infant Dose) was 0,16% (geen AID (Absolute Infant Dose) berekend) [Spigslet 2007].
Volgens LACTMED moet borstvoeding niet gestaakt worden tijdens een therapie met methylfenidaat [LACTMED 05 2024]
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
check II | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Humaan en dierexperimenteel onderzoek wijst op beïnvloeding van de vruchtbaarheid, gebaseerd op hormonale (testosteron) en fysiologische (spermatozoïden, histopathologie) mechanismen.
Humaan onderzoek wijst op beïnvloeding van de motiliteit van spermatozoïden en ontwikkeling van de gonaden bij chronische inname van methylfenidaat [Harlev 2020, Poulton 2013, Shalev 2021, Pham 2022, Patel 2016, Ramasamy 2014].
Optreden van ongewenste erecties en priapisme wordt gerapporteerd [Coskun 2009, Çakın-Memik 2010, Danborg 2017].
Dierexperimenteel:Dierexperimenteel onderzoek op ratten wijst op beïnvloeding van testosteronspiegels en morfologie van spermatozoïden en histologie van testikels [Kainifard 2013, Cansu 2011, Montagnini 2014, Adriani 2006, Fazelipour 2012, Mattison 2011].
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
SKP
Hale, Medications and Mothers´Milk, 19th Edition, 2021
Briggs G, Freeman R, Yaffe S.Drugs in Pregnancy and Lactation, 12th edition, Philadelphia 2021
[LactMed] :https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK501310/
Adriani W, Leo D, Guarino M, et al. Short-term effects of adolescent methylphenidate exposure on brain striatal gene expression and sexual/endocrine parameters in male rats. Annals of the New York Academy of Sciences. 2006;1074:52–73. doi: 10.1196/annals.1369.005
Andrade C. Risk of major congenital malformations associated with the use of methylphenidate or amphetamines in pregnancy. J Clin Psychiatry. 2018;79(1):18f12108
Bröms G, Hernandez-Diaz S, Huybrechts KF, et al. Atomoxetine in Early Pregnancy and the Prevalence of Major Congenital Malformations: A Multinational Study. J Clin Psychiatry. 2023;84(1):22m14430. Published 2023 Jan 16. doi:10.4088/JCP.22m14430
Çakin-Memik N, Yildiz Ö, Şişmanlar ŞG, et al. Priapism associated with methylphenidate: A case report. Turkish Journal of Pediatrics. 2010;52:430–4
Cansu A, Ekinci Ö, Ekinci Ö, et al. Methylphenidate has dose-dependent negative effects on rat spermatogenesis: Decreased round spermatids and testicular weight and increased p53 expression and apoptosis. Human and Experimental Toxicology. 2011;30:1592–600. doi: 10.1177/0960327110394224
Cohen JM, Hernández-Díaz S, Bateman BT, et al. Placental Complications Associated With Psychostimulant Use in Pregnancy. Obstetrics and gynecology. 2017;130:1192–201. doi: 10.1097/AOG.0000000000002362
Collin-Lévesque L, El-Ghaddaf Y, Genest M, et al. Infant Exposure to Methylphenidate and Duloxetine during Lactation. Breastfeeding Medicine. 2018;13:221–5
Coskun M, Zoroglu S. A Report of Two Cases of Sexual Side Effects with OROS Methylphenidate. JOURNAL OF CHILD AND ADOLESCENT PSYCHOPHARMACOLOGY. 2009;19:477–9
Danborg PB, Simonsen AL, Gøtzsche PC. Impaired reproduction after exposure to ADHD drugs: Systematic review of animal studies. Int J Risk Saf Med. 2017;29(1-2):107-124. doi: 10.3233/JRS-170743. PMID: 28885224; PMCID: PMC5611805
Diav-Citrin O, Shechtman S, Arnon J, et al. Methylphenidate in Pregnancy: A Multicenter, Prospective, Comparative, Observational Study. The Journal of Clinical Psychiatry. 2016;77:11897. doi: 10.4088/JCP.15M10083
Fazelipour S, Jahromy MH, Tootian Z, et al. The effect of chronic administration of methylphenidate on morphometric parameters of testes and fertility in male mice. Journal of Reproduction and Infertility. 2012;13:232–6
Hackett L, Ilett K, Kristensen J, et al. Infant Dose And Safety Of Breastfeeding For Dexamphetamine And Methylphenidate In Mothers With Attention Deficit Hyperactivity Disorder: 40. Therapeutic Drug Monitoring - THER DRUG MONIT. 2005;27:220–1
Haervig KB, Mortensen LH, Hansen AV, Strandberg-Larsen K. Use of ADHD medication during pregnancy from 1999 to 2010: a Danish register-based study. Pharmacoepidemiol Drug Saf. 2014;23(5):526-533. doi:10.1002/pds.3600
Harlev A, Henkel R, Samanta L, et al. Ritalinic acid stimulates human sperm motility and maintains vitality in vitro. World Journal of Men’s Health. 2020;38:61–7. doi: 10.5534/wjmh.180127
Huybrechts KF, Bröms G, Christensen LB, et al. Association between methylphenidate and amphetamine use in pregnancy and risk of congenital malformations: A cohort study from the international pregnancy safety study consortium. JAMA Psychiatry. 2018;75:167–75. doi: 10.1001/jamapsychiatry.2017.3644
Kianifard D, Hasanzadeh S, Kianifard L. The study of time dependent administration of methylphenidate on the microscopic indices of spermatogenesis and sperm analysis in adult rats. Journal of Experimental and Integrative Medicine. 2013;3:121. doi: 10.5455/JEIM.160113.OR.057
Mattison DR, Plant TM, Lin HM, et al. Pubertal delay in male nonhuman primates (Macaca mulatta) treated with methylphenidate. Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America. 2011;108:16301–6. doi: 10.1073/pnas.1102187108
Montagnini BG, Silva LS, dos Santos AH, et al. Effects of repeated administration of methylphenidate on reproductive parameters in male rats. Physiology and Behavior. 2014;133:122–9. doi: 10.1016/j.physbeh.2014.05.016
Patel B, Johnstone EB, Presson A, et al. The effect of ADHD medications on semen analysis in sub-fertile couples. Fertility and Sterility. 2016;106:e234. doi: 10.1016/j.fertnstert.2016.07.675
Pham MN, Hudnall MT, Fantus RJ, et al. The adverse association between stimulant use for attention deficit hyperactivity disorder (ADHD) and semen parameters. Andrologia. 2022;54. doi: 10.1111/AND.14315
Pottegård A, Hallas J, Andersen JT, et al. First-trimester exposure to methylphenidate: a population-based cohort study. J Clin Psychiatry. 2014;75(1):e88-e93. doi:10.4088/JCP.13m08708
Poulton AS, Melzer E, Tait PR, et al. Growth and pubertal development of adolescent boys on stimulant medication for attention deficit hyperactivity disorder. The Medical journal of Australia. 2013;198:29–32. doi: 10.5694/MJA12.10931
Ramasamy R, Dadhich P, Dhingra A, et al. Case Report: Testicular failure possibly associated with chronic use of methylphenidate. F1000Research. 2014;3:1–8. doi: 10.12688/f1000research.5163.1
Shalev H, Mizrakli Y, Zeadna A, et al. Does methylphenidate use affect sperm parameters in patients undergoing infertility investigation? A retrospective analysis of 9769 semen samples. Archives of gynecology and obstetrics. 2021;304:539–46. doi: 10.1007/S00404-020-05938-Z
Spigslet O, Brede WR, Zahlsen K. Excretion of methylphenidate in breast milk. Am J Psychiatry. 2007;164:348.
Suarez EA, Bateman BT, Hernandez-Diaz S, et al. Prescription Stimulant Use During Pregnancy and Risk of Neurodevelopmental Disorders in Children. JAMA Psychiatry. 2024;81(5):477-488. doi:10.1001/jamapsychiatry.2023.5073
Szpunar MJ, Freeman MP, Kobylski LA, et al. Risk of Major Malformations in Infants After First-Trimester Exposure to Stimulants: Results From the Massachusetts General Hospital National Pregnancy Registry for Psychiatric Medications. Journal of clinical psychopharmacology. 2023;43:326–32. doi: 10.1097/JCP.0000000000001702
Wajnberg, Rebecka & Diav-Citrin, Orna & Shechtman, Svetlana & Ornoy, Asher. (2011). Pregnancy outcome after in-utero exposure to methylphenidate: A prospective comparative cohort study. Reproductive Toxicology - REPROD TOXICOL. 31. 267-267. 10.1016/j.reprotox.2010.12.051
Er moet hier rekening worden gehouden met een klasse-effect. Studies over het gebruik van methylfenidaat tijdens de zwangerschap includeren vaak ook patiënten die (lis)(dex)amfetamine nemen, en het is niet altijd duidelijk welke effecten aan welk geneesmiddel kunnen worden toegeschreven. Algemeen kan gesteld worden dat ondanks de melding van enkele complicaties, de mogelijkheid tot gebruik van methylfenidaat tijdens de zwangerschap niet mag worden uitgesloten worden. De meest recente reviews concluderen dat rekening moet gehouden worden met de specifieke situatie van de patiënt en voor- en nadelen tegen elkaar moeten worden afgewogen.
Geen specifieke informatie beschikbaar.