ALFENTANYL HClLaatste bijwerking : 2023.02.19 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | check III | check III | (ja) III | (ja) II | (ja) II | |
geen info | geen info | geen info |
Zwangerschap : codes voor eerste en tweede trimester : op basis van enkel preklinische gegevens ; codes voor derde trimester en perinataal : gebruik casuïstiek gekend.
Enkel rekening gehouden met alfentanyl, kan de borstvoeding hernomen worden wanneer de moeder voldoende bij bewustzijn is. Veiligheidshalve wordt het mogelijk effect van alfentanyl bij de zuigeling geobserveerd.
Geen specifieke gegevens beschikbaar.
Bij de mens zijn er te weinig gegevens voorhanden om de veiligheid tijdens het eerste trimester te bevestigen [SKP Rapifen 01 2014].
Dierexperimenteel:Dierexperimenten op muizen laten geen teratogene of andere schadelijke effecten vermoeden [SKP Rapifen 01 2014].
Tweede trimester:Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke gegevens beschikbaar.
Alfentanyl wordt snel gemetaboliseerd en geëlimineerd bij de moeder (T1/2 = 1 - 2 uren) met vorming van inactieve metabolieten. Daar alfentanyl de bloed-hersen barrière passeert bij de foetus, kan ademhalingsdepressie optreden [Briggs]. Als alfentanyl desondanks toch wordt toegediend, moet er beademingsapparatuur onmiddellijk voorhanden zijn om zo nodig te gebruiken. Er moet altijd een opiaatantagonist voor het kind voorhanden zijn. De halfwaardetijd van de opiaatantagonist kan korter zijn dan de halfwaardetijd van alfentanil en daarom moet herhaalde toediening van de opiaatantagonist worden overwogen [SKP Rapifen 01 2014].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L2
NVDR: voor algemene principes zie ‘Klassetekst’.
Negen vrouwen in de vroege postpartumperiode kregen intraveneuze alfentanil 50 mcg en vervolgens 10 mcg onder algehele anesthesie. Colostrum werd voorafgaand aan de operatie 4 en 28 uur na de laatste intra-operatieve dosis verzameld. Er werden geen postoperatieve doses gegeven. 4 uur na de laatste dosis was het gemiddelde niveau van alfentanil in colostrum 0,88 mcg/L en het hoogst gemeten niveau was 1,5 mcg/L. Gebruik makend van het hoogst gemeten alfentanilgehalte in dit onderzoek, zou een uitsluitend met borstvoeding gevoede baby dagelijks een alfentanildosering van 0,2 mcg/kg krijgen [Giesecke et al. 1985] [Briggs][Hale][LactMed 11 2022].
Alfentanil wordt beschouwd als vermoedelijk verenigbaar met borstvoeding. Hervatten van de borstvoeding eens de moeder voldoende bij het bewustzijn is, ondersteunt de melkafscheiding en vermijdt pump and dump waarbij de borstvoeding tijdelijk wordt onderbroken en moedermelk wordt weggegooid. Er wordt aangeraden symptomen zoals sedatie, vertraagd ademritme, bleekheid en constipatie na te gaan bij de zuigeling [Hale] [Dalal et al. 2014][Tommelein 2020].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke gegevens beschikbaar
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
[LactMed] :https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK501197/
Dalal PG, Bosak J, Berlin C. Safety of the breast-feeding infant after maternal anesthesia. Pediatric Anesthesia 2014; 24: 359-71
Giesecke AH, Rice LJ, Lipton JM. Alfentanil in colostrum. Anesthesiology. 1985; 63: A284. Abstract
Tommelein E. Postgraduaat Lactatiekunde. Artevelde Hogeschool 2022
De anesthesist wordt geacht steeds een effectieve, doch de laagst mogelijke dosis te gebruiken. Indien de aard van de ingreep het toelaat, heeft een locoregionale anesthesie de voorkeur boven een algemene anesthesie. Cumulatieve dosissen moeten zo veel als mogelijk vermeden worden. In het algemeen geldt dat borstvoeding geven veilig is als het bewustzijn van de moeder helder is. Bij twijfel over het bewustzijn van de moeder moet altijd veiligheid primeren en kan het eenmalig of zo nodig langer overslaan van borstvoeding nodig zijn. Er is een verhoogde monitoring ovv. volgen van het bewustzijn nodig van het kind nadat het borstvoeding heeft gekregen van de moeder die anesthetica kreeg toegediend.
Geen specifieke informatie beschikbaar.